ARTIKEL 75 bijlage


Terug naar geopende artikel

Opmerkingen

  1. Opmerking 1: algemeen Artikel 75. &

    Wekowijzer 139 2017

      Terug
  2. De archaïsche voorbeelden bij dit artikel zijn eindelijk gesneuveld en vervangen door een regeling die beter bij de huidige tijd past. Door een heldere opzet heeft het artikel veel aan duidelijkheid gewonnen.
    Dat een uitleg die anders is dan wat een speler met zijn bieding bedoelde ongeoorloofde informatie oplevert is niet nieuw. Ook is het nog steeds zo dat het geven van verkeerde uitleg een overtreding is en een verkeerde bieding doen niet.
    Het verschil zit hem in het nieuwe artikel 75D.
    Allereerst is nu ondubbelzinnig bepaald dat er pas een afspraak is als beide partners het eens zijn over de interpretatie en dat het een overtreding is om toch een omschrijving van een vermeende afspraak te geven als die overeenstemming niet bestaat.
    Ten tweede moeten afspraken accuraat worden uitgelegd. Als dat niet goed genoeg gebeurt is er sprake van verkeerde uitleg.
    Ten derde volgt er een arbitrale score als er geen sprake is van een afgesproken betekenis waar dit in de uitleg wel is gesuggereerd.
    Ten slotte is in 75D geregeld wat er moet gebeuren als de wedstrijdleider constateert dat de uitleg niet overeenkomt met de afgesproken betekenis: er volgt een arbitrale score op basis van het waarschijnlijke resultaat als de correcte uitleg op het juiste moment was verkregen.
    Wat betekent dit nu allemaal voor de praktijk?
    In ieder geval dat het bestuursbesluit "Artikel 75" uit 2008 hoogstwaarschijnlijk in september door het Bondsbestuur zal worden ingetrokken. Als de wedstrijdleider na afloop van het spelen constateert dat de gegeven uitleg niet overeenkomt met wat iemand in handen had zal hij moeten onderzoeken of er sprake is van verkeerde uitleg of een verkeerde bieding. 75D geeft daar nu concrete handvatten voor.

  3. Uitgewerkt praktijk voorbeeld van Artikel 75D.

    Wekowijzer 141 2018

      Terug
  4. Spelverdeling
    Deler :Oost V92  
    Kwestb. :OW 9876532  
    Soort :viertallen -  
    Nivo :Hoofdklasse H73  
      B83   N H105
      H   W AV104
      VB9   O A973
      AB10965   Z 82
      A764  
      B  
      H106542  
      V2  
    Bieding
    West   Noord   Oost   Zuid
            1 A1!   2 A2!
    3   3   pas   pas
    pas            

    A1! Belooft een gebalanceerde hand van 12-18 punten.
    A2! Door noord uitgelegd als tweekleurenspel, minstens 5/5 in de hoge kleuren.

    Resultaat 3 twee down.
    West riep de arbiter en betoogde dat hij met de juiste uitleg nooit op had 3 zou hebben gepast.
    Hoe moet de wedstrijdleider dit nu aanpakken?

    Allereerst feitenonderzoek.
    Heeft zuid zich vergist?
    Was 2 wel als tweekleurenspel afgesproken en kunnen NZ dit aantonen?
    Had zuid de uitleg van noord niet conform artikel 20F5b(ii) voor de uitkomst moeten corrigeren? Dan had artikel 21 nog kunnen worden toegepast.
    Heeft het feit dat OW een ongebruikelijk systeem spelen nog een rol te spelen?

    Navraag leert dan het volgende.
    OW hebben NZ via een pre-alert geattendeerd op de bijzondere 1-opening.
    (Dit geval illustreert perfect het belang van zo'n pre-alert. NZ hebben de kans dan nog even te overleggen hoe de verdedigende afspraken tegen zo'n opening zijn. Het komt voor dat spelers tegen een natuurlijke 1-opening een Ghestemvariant spelen maar tegen een kunstmatige 1-opening niet.)
    Zuid dacht dat 2 zwak met ruitens was en noord dacht dat het een tweekleurenspel was. Als NZ kunnen aantonen dat 2 nu ondubbelzinnig een tweekleurenspel is dan heeft zuid zich gewoon vergist en is er in principe niets aan de hand.

    Het bijzondere aan deze casus is dat noord gezien zijn eigen hand niet alleen kan vermoeden dat zuid geen hoge kleuren maar ruitens heeft - dat komt vaak genoeg voor - maar het zelfs kan uittellen. Oost belooft immers minimaal een doubleton harten, zuid zou een vijfkaart hebben en noord heeft er zelf zeven. Dat kan dus niet kloppen. De vraag is nu wat noord in zo'ngeval moet doen. Hij hoeft in het algemeen geen conclusies aan de tegenstanders mee te delen die hij uit zijn eigen hand kan trekken. Maar als de afspraken van NZ in deze situatie niet waterdicht zijn - iets wat in de praktijk heel vaak voorkomt - dan zegt artikel 75D2 dat het een overtreding is om het nu zonder voorbehoud als tweekleurenspel uit te leggen.

    Het komt zoals gezegd vaak voor dat paren wel een conventie op de systeemkaart hebben staan maar je toch niet kunt spreken van een afspraak. Daar is meer voor nodig, zoals het doorspreken in welke biedsituaties de conventie van toepassing is. Denk bijvoorbeeld aan het al dan niet spelen van transfers als er na een 1SA-opening wordt tussengeboden. Ook bij het verdere bieden na een conventie is vaak maar weinig echt afgesproken. Als het dan misgaat en de spelers niet op één lijn zitten kun je nog zoveel in een systeemboek hebben staan maar dan is er geen sprake van een afspraak. Als de uitleg dan niet klopt met de hand is er sprake van verkeerde uitleg en niet van een biedvergissing. Dat is hoe we artikel 75D2 moeten begrijpen.


    Terug naar het spel uit de arbitrage.
    De vraag is of er nadeel is voor OW en of dit nadeel door de overtreding is veroorzaakt. Nadeel is er zeker want OW maken gemakkelijk 3SA en aan de opmerking van west dat hij met de juiste uitleg niet gepast had hoeven we in dit geval niet te twijfelen. Dan is de slotvraag of west hier een zeer ernstige fout heeft begaan door op 3 te passen. Het antwoord daarop kan niet anders dan nee zijn. Met alleen punten speel je een contract niet down of haal je zelf geen manche. Ook het feit dat het tegenspel voor drie down niet werd gevonden is beslist geen zeer ernstige fout.
    Ter illustratie een mogelijke spelverdeling vanuit west gezien waarin iedereen heeft wat volgens het bieden ongeveer verwacht mag worden.

    Spelverdeling
    Deler :Oost 5  
    Kwestb. :OW 107542  
    Soort :viertallen A10642  
    Nivo :Hoofdklasse V3  
      B83   N HV102
      H   W V8
      VB9   O H873
      AB10965   Z H72
      A9764  
      AB963  
      5  
      84  

    3 kan met geen paardenkrachten down - het is zelfs 4 en OW maken niks boven 3.

    De conclusie is dus dat er reden is voor een arbitrale score. Aan de andere tafel was het resultaat 3SA +1 voor OW, score voor NZ -630. De wedstrijdleider heeft besloten die score ook als arbitrale score toe te kennen.